Gerardus Magazine 2018-3

2018-3

Column

Jouw naam op mijn vinger

marinus_307Wie je was wat

je betekende

is getatoeëerd in ons hart.

In het hart van hen voor

wie je onvergetelijk werd.


Deze tekst schreef ik eens voor een overledene in het hospice. Soms liet iemand een tatoeage zien net boven de hand. Het was vaak een naam of een hart met een naam. Vaak wat verborgen. Getatoeëerd in het hart is anders dan in de huid. “Verzorgen jullie wel eens mensen met een tatoeage op hun lichaam?”, vroeg ik. “Bij ouderen komt dat nog niet zoveel voor,” zeiden verplegenden. Een van hen vertelde over een man in wiens arm een nummer met een letter was gestempeld. Ze had geen vraag gesteld en er niets over durven te zeggen. Gevoel voor intimiteit en angst speelden door elkaar heen: wat maak ik los? Ze vermoedde dat de man in een concentratiekamp was geweest.


Heel openlijk was de man die op zijn rechtervinger de naam van zijn overleden vrouw had laten zetten. “Ik ben met mijn kleinzoon naar zo’n winkel geweest. Die vond het niet raar. Als ik dan in de hemel kom, steek ik mijn vinger op en dan weet Petrus bij wie ik hoor. Hoeven ze niet te zoeken”. Zijn vrouw was een half jaar geleden overleden en hij zou ook binnenkort gaan. Ontroerende humor.


Dertig jaar geleden vertelde een vader me dat een onderwijzer voor de ouders een boodschap had ge- Jouw naam op mijn vinger schreven op de hand van zijn achtjarig zoontje. Hij was diep verontwaardigd. Hij zei niet alleen dat men zo iets niet doet, maar vond het grensoverschrijdend. Los van de vraag hoe je de meester daarover had kunnen aanspreken, voelde ik wel mee met die vader.


Maar langzaam ben ik anders gaan denken over tatoeages. Een moeder liet me een foto van een tatoeage zien die op de rug van haar zoon staat. Er zit allerlei symboliek in, maar het belangrijkste verhaal was dat haar zoon dit had laten doen na de dood van zijn broer die verongelukt was. Hij had haar deze tatoeage pas laten zien toen die er al stond. Het was zijn manier van herinneren, van rouwen. Het eerste kwartaalnummer 2018 van ‘Nabij voor Ouders Overleden Kind’ is gevuld met verhalen over tatoeages en wat ze betekenen voor de dragers. Ook dat een moeder hoopt dat haar dochter niet zo’n tatoeage zal gaan dragen. Die moeder zegt dat ze is gaan zien dat ‘tatoeages uitingen zijn van onze tijd van stoerheid en kwetsbaarheid’. In sommige kringen is een rozenkrans in de huid te tatoeëren mode, las ik in het boek ‘Waar blijft de kerk’ van Erik Borgman. Hij schrijft daar zeer inspirerend over de rozenkrans. De paus vraagt de rozenkrans te bidden voor de bedreigde vrede. Geen vraag voor kwezels, maar een oproep om stoer en kwetsbaar te zijn… Maar wat vindt ú van dit alles?

Marinus van den Berg
Wilt u reageren? mjvdb@planet.nl