Gerardus Magazine 2018-3

2018-3

Redemptoristen in Indonesi?

Laat het water zijn werk doen

In februari 2015 trokken de paters Meus Kelen en Gusty Mela Balawala naar Sebatik, een eiland in het noorden van Kalimantan. Ze begonnen daar te werken in de statie (onderdeel van een parochie) Sint-Petrus-Lourdes. De bisschop had de redemptoristen gevraagd om in dit afgelegen deel van de parochie te gaan werken. De priesters van de centrumparochie kwamen daar niet aan toe.


De plek is zeer geschikt voor de redemptoristen, want zij zijn geroepen onder de allerarmsten te werken. En daar horen zeker de arbeidsmigranten onder die in deze streek aan de grens met Maleisië zijn neergestreken. “Er zijn veel problemen onder de migranten in dit gebied”, vertelt pater Meus. “Er is een tekort aan basisbehoeften zoals goede huisvesting en schoon drinkwater, maar er is – bij de katholieken onder hen – ook behoefte aan de bediening van sacramenten, zoals doop en eerste communie, pastorale zorg en aandacht.”

Martha loopt een uur met twee lege jerrycans naar de waterbron onder aan de berg. Ze heeft water nodig voor het avondeten. Ze denkt aan haar man, die drie maanden geleden de grens naar Maleisië is overgegaan. Ze heeft één keer iets van hem gehoord. Zijn leven is altijd spannend, omdat hij illegaal op een oliepalmplantage werkt. Ze hoopt dat hij snel weer terugkomt en wat geld meebrengt. De drie kinderen hebben nieuwe kleren nodig en het dak van hun huisje moet gerepareerd worden.


Er wonen vele vrouwen als Martha in Sint-Petrus-Lourdes. Hun mannen werken op de plantages over de grens. De meesten illegaal, enkelen legaal. De economie van Maleisië gaat goed en er worden steeds meer plantages aangelegd voor palmolie. Dat gaat wel ten koste van de natuur, maar het geeft ook werk aan vele werklozen. Soms worden de illegale werkers een tijd in de gevangenis gezet en daarna met lege handen de grens met Indonesië weer overgezet. Maar de plantages in Maleisië hebben de menskracht eigenlijk ook hard nodig. De arbeidsmigranten komen uit heel Indonesië, vooral uit de afgelegen eilanden waar weinig werk is, zoals Flores en Sumba.


De migratie brengt ook extra sociale problemen in de parochie met zich mee. Pater Meus legt uit: “Als illegale migranten opgepakt worden, gaan ze vaak eerst een tijd in de gevangenis. Daar is het leven zwaar en komen ze met echte criminelen in aanraking. Dat verandert hun mentaliteit. Sommige mannen hebben meerdere vrouwen: bijvoorbeeld één in het geboortedorp, één in onze parochie in Sebatik en dan soms nog één op de plaats waar ze in Maleisië werken. Dat zorgt voor veel spanningen in de gezinnen.”


Martha heeft met haar man en twee kinderen een jaar geleden haar geboortedorp in Sumba verlaten, omdat er geen werk was. Een neef had hen verteld over Sebatik, aan de grens met Maleisië. Daar zou aan de andere kant wél werk zijn. Maar ook in Sebatik is het leven erg zwaar.


“In ons werkgebied wonen zo’n 2000 katholieken. De meesten zitten in dezelfde situatie als Martha”, vertelt pater Meus. “Er zijn ook Filipijnse migranten die door de Maleisische autoriteiten naar ons deel van Sebatik worden uitgezet. Illegale werkers die de grens worden overgezet hebben geen geld om terug naar huis te gaan. Ze blijven dus hier in Sebatik, berooid.”
“We begonnen hier in 2015 met niets. We verbouwden onze eigen groente. Voor het pastorale werk begonnen we een kapel te bouwen om te kunnen samenkomen. We hebben in het dorp geen stromend water en zijn afhankelijk van het opvangen van regenwater. De waterbron is vijf kilometer hier vandaan, onder aan een berg en we kunnen in dit gebied geen putten slaan. Het zou mooi zijn als we vanuit de bron een waterleiding kunnen aanleggen naar de parochie. Dat betekent dat honderden gezinnen schoon drinkwater dichtbij zouden hebben. Het zou hun leven een stuk minder zwaar maken.”


Het project voor dit jaar is dus het aanleggen van een waterleiding van 5 km (van de bron naar de parochie). Dat kost ongeveer 10.000 euro. We willen u vragen om dat dit jaar met uw giften mogelijk te maken. We gaan er van uit dat dat lukt en daarom beginnen binnenkort al de voorbereidende werkzaamheden. Dan hoeven Martha en de andere vrouwen niet lang meer te wachten en kunnen ze over enkele maanden al gebruik maken van het nieuwe waterpunt. Hartelijk dank voor uw bijdrage!

Jelle Wind