2023-5
Achterkant
Het stille geschenk
Vaak hoor ik zeggen: “Ik wist niet wat ik moest zeggen”, of: “Ik wist niet wat ik moest doen”. Ieder mens kent die ervaring wel. Je kunt overvallen worden door een bericht of een verhaal.
Je hoopt opa en oma te worden en dan hoor je dat het verwachte kindje niet levend geboren kan worden. De ouders worden ouders van een levenloos kind, de a.s. grootouders van een levenloos kleinkind. Soms is er al een naam en was het al bekend of het een jongen of een meisje zou worden. Maar dat is niet altijd zo. Soms krijgt dat verwachte kindje alsnog een naam. Praten over een naam is gemakkelijker dan praten over ‘het’.
Ontdekken dat je een kind verwacht is niet niets! Dat ervaar je nog het sterkst als dat kindje niet geboren kan worden of als na rijp beraad dit komende leven afgebroken wordt. Het is een besluit waar niemand blij van wordt. Het is voor ieder een verlies! Het kan intense rouw geven.
Als dit in je leven gebeurt met iemand die je zeer na is dan kan dit je overvallen en je weet er geen raad mee. Misschien houd je de ander vast, ga je naast die ander zitten of je zucht en zegt niet meer dan “ach, ach hemel nog aan toe” of zoiets. Of je bent samen een hele tijd stil. Je gaat daarna weer naar huis en je zegt tegen iemand: “Ik wist niet wat ik moest zeggen”. Het klinkt vaak als: “Ik ben tekortgeschoten… ik voel me schuldig…” Het helpt niet als iemand dan zegt dat je je niet schuldig hoeft te voelen. Soms weet je later wat je had willen zeggen, maar dat is later.
Iemand vertelde: ”Ik ging huilen en mijn dochter troostte mij met een arm om me heen”. Weer een ander vertelde hoe lief haar schoonzoon was geweest voor haar. Iemand anders vertelde: “Ik ging warme maaltijden voor mijn dochter en haar man maken”. Je wilt toch iets doen. We willen altijd graag iets doen. We zeggen al snel: als ik iets kan doen, laat het horen. Ik zoek soms naar woorden voor die momenten van woordenloosheid. Een brief schrijven kan heel moeilijk zijn.
Ik vroeg eens aan een jonge moeder die wel en geen moeder werd: “Wat steunde jou?” Ze zei: “De stilte van een schoonzus. Die schoonzus zat bij me in stilte”. Haar antwoord bracht me op de gedachte dat deze stilte die de onmacht onmacht liet zijn, een teken van eerbied was. Eerbiedige aanwezigheid. Die stilte was een geschenk.
Ik hoop dat u het niets kunnen doen of zeggen, niet alleen als een tekortschieten ziet, maar als teken van eerbied voor de ander.
Marinus van den Berg; E-mail: mjvdb@planet.nl