Gerardus Magazine 2018-6

2018-6

Kunst

Druk op de ketel

Deze theeketel staat in al zijn koperen glorie te pronk in het Haags Gemeentemuseum. Het was ooit wel de bedoeling dat hij gebruikt zou worden. Zo te zien is dat er niet van gekomen, want er is geen bluts, kras of wat dan ook te bekennen. Gelukkig maar, want een gedeukte en intensief gebruikte ketel vinden we niet zo mooi om naar te kijken.


Op het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw kwam de industrialisatie flink op gang. Daarmee ook technische vernieuwingen om producten in grote hoeveelheid te maken. Ontwerpers en kunstenaars zagen hierin mogelijkheden voor het scheppen van een nieuwe kunst (art nouveau) voor een betere samenleving. Hun inspiratie vonden ze echter niet in de moderne verworvenheden die de industrie hun bood. Zij gingen terug naar de natuur, naar het ambacht, naar de ‘onbedorven’ tijd van voor de industriële maatschappij. De art nouveau was dus tegelijk ook een reactie op de moderne tijd; het was een zoeken naar het ‘schone’, het authentieke in een snel veranderende maatschappij. Al die bewegingen, die soms in tegenspraak met elkaar waren, maakten dat in de Nederlandse art nouveau een worsteling merkbaar is om te kunnen omgaan met de behoeften van de moderne maatschappij. Een worsteling die veel mensen in de huidige samenleving ook niet vreemd zal zijn.


Neem de theeketel die hier afgebeeld is. Het is een ontwerp van Johannes Cornelis Stoffels (1878-1952) en Johannes Blinxma (1872-1941). Een juweeltje om te zien. Je oog glijdt heel rustig vanaf het ivoren knopje van de deksel geleidelijk aan naar beneden via al die ronde vormen en wordt in die beweging niet afgeleid. Zelfs de dragende gedeelten van het comfoor gaan mee in die vloeiende beweging. Alleen het hengsel is wat vierkantig, maar voor het schenken van de thee is dat wel handig. De tuit is ook rond en suggereert een ambachtelijke handeling: alsof hij er met de hand aan vastgenageld is. De ‘nagels’ komen terug in de hals van de ketel, op de pootjes van het comfoor en zelfs op het theelichtje. We zien een gebruiksvoorwerp dat een lust voor het oog is. Maar de ontwerpers hebben wel de gangbare elementen van een theeketel op comfoor toegepast (authenticiteit!). Echt modern is het dus niet te noemen. Bovendien was het maken ervan arbeidsintensief en dus veel te duur voor de ‘gewone man’. Zijn wereld bleef vooralsnog verstoken van het ‘schone’ en het ‘betere’.

Marije Bijleveld