Gerardus Magazine 2019-6

2019-6

Mensen met een passie

'Daar komt die jongen van de muziek weer'

Alweer enige jaren is Benoît Eggen (31) af en toe organist in Klooster Wittem en op zaterdagavond de vaste pianist in de kringviering; dat is een gebedsdienst in kleine kring met een wat verstillend karakter. De deelnemers worden geraakt door zijn pianospel, met name zijn improvisatie na de preek. Benoît weet de sfeer te pakken en verklankt de emoties in zijn spel. Dat is niet zo gek, want in het dagelijkse leven is hij muziektherapeut. Een wat minder bekend beroep misschien. Als iemand hem na de viering vraagt wat een muziektherapeut doet, raakt hij enthousiast. Ik ken niemand die met zoveel begeestering over zijn werk kan vertellen.

Waar komt toch die gedrevenheid vandaan?
Muziek was mijn hobby en daar wilde ik wat mee. Maar ik wilde ook mensen helpen. Ik heb gekozen voor datgene waar mijn hart ligt en ging een opleiding volgen voor muziektherapeut. Ik wilde vooral iets betekenen voor mensen die afhankelijk zijn van zorg. In de muziektherapie komt de liefde voor muziek en mijn sociale instelling bij elkaar.

Jouw vak is nog niet zo bekend. Wat doet een muziektherapeut eigenlijk?
Net zoals bijvoorbeeld de fysiotherapeut en ergotherapeut behandel ik mensen zodat ze zich beter  voelen of beter kunnen functioneren, zowel geestelijk als lichamelijk. De muziek is niet het doel, maar een middel om gedrag te veranderen. Ik ben niet de liedjeszanger die op een middag de bewoners van de afdeling komt vermaken. Ik werk in de ouderenzorg (psychogeriatrie) onder meer met mensen met dementie. Als je gaat vergeten, treedt steeds vaker verwardheid op. Het kan je angstig maken en verdrietig. Herkenbare muziek kan een gevoel van geborgenheid en veiligheid geven. Bekende liedjes kunnen activeren en herinneringen ophalen. Daardoor kunnen emoties makkelijker naar buiten komen. Dat werkt heilzaam.

Dat goede gevoel is toch zo weer vergeten?
Nee, de mensen leven iedere keer weer op van de muziek en er zit zeker voortgang in. Als ik op een afdeling kom, zeggen ze: ‘O, daar komt de jongen van de muziek weer aan’. Bovendien blijft het niet bij dat ene moment dat ik met hen werk. Ik geef ook de verzorgers suggesties om bepaalde muziek op te zetten in hun kamer (een CD of Spotify), bijvoorbeeld om de onrust te verminderen. Zo hebben we op een afdeling een oude pastoor die in een diepere fase van dementie verkeert. Met hem zing ik gregoriaans, bijvoorbeeld het Credo. De zorgverleners weten dat nu ook en ze zetten voor hem gregoriaanse muziek op. Dat is zijn muziek en zijn taal, hij begrijpt het Latijn. De gregoriaanse melodieën raken de kern van zijn ziel. Daardoor kan hij zijn emoties beter uiten. Het gaat er dus niet om om wat verstrooiing te brengen. Ik probeer met de muziek de gevoelens van geluk te versterken.


Therapie kan dus een aftakelingsproces vertragen of een verbetering van de conditie op gang brengen. Hoe doe jij dat met muziek?
Wanneer iemand weer moet leren lopen, bijvoorbeeld na een herseninfarct, kan het zijn dat de fysiotherapeut mij erbij vraagt. We gaan dan samen zingen terwijl de patiënt aan de loopbrug stapjes zet. Bijvoorbeeld ‘En datteme toffe jongens zijn…’: op de maat van het lied gaat het lopen vanzelf soepeler. Dat komt omdat meerdere delen van de hersenen tegelijkertijd worden geprikkeld; er worden in het brein verschillende verbindingen gelegd of versterkt. Het gaat bij de muziek om verschillende aspecten die kunnen helpen. Voor de motoriek is de maat (beat) en het ritme van een liedje belangrijk. Maar in het samen zingen kan het ook de melodie (de toonhoogte) zijn; of het is de samenklank die een fijn gevoel kan bezorgen. Door de muziek gaan mensen zich anders gedragen. Dat is zo voor gezonde mensen, maar des te meer voor mensen met een beperking.




Wat vind je het mooiste in dit werk?
Ikzelf vind palliatieve muziektherapie een van de mooiste behandelwijzen. In het hospice kan ik echt nog iets betekenen voor mensen in de laatste levensfase. Liedjes waar iemand fijne herinneringen aan heeft, kunnen troost bieden. Maar de muziektherapie gaat nog dieper te werk. Wanneer een stervende onrustig is, blijkt dat onder meer uit zijn kortademigheid. Dan maak ik een klankimprovisatie (zowel vocaal als instrumentaal of beide) aangepast aan het tempo van zijn ademhaling. Geleidelijk aan ga ik het tempo vertragen. Daardoor vertraagt de ademhaling en komt de persoon meer tot rust! En wat ik doe, als de dood nog niet wordt geaccepteerd? Ik ga samen met de persoon een levenslied componeren. Ik vraag naar herinneringen uit zijn levensloop en maak hiervan een vloeiende tekst op een makkelijke melodie. Ook de familie is er mee geholpen. Vaak nemen ze het lied op en thuis wordt dat opnieuw beluisterd, wat weer helpt in het rouwproces.


Ervaar je dat muziektherapie steeds meer geaccepteerd wordt?
Ik werk nu bij een zorgorganisatie met verschillende locaties in Zuid-Limburg. Er was nog geen muziektherapeut in dienst; ik kreeg een jaar proeftijd. Maar vóórdat het jaar om was, stelde de organisatie al twee extra muziektherapeuten aan en heb ik een vaste baan gekregen! Ik heb veel presentaties gegeven over mijn werk. De zorgverleners raken er langzamerhand van doordrongen dat muziektherapie een volwaardige behandelmethode is binnen de zorg.

Hoe verklaar jij de therapeutische kracht van de muziek?
Dat is moeilijk te beantwoorden. Muziek kan gevoelens uitdrukken die je niet met woorden kunt omschrijven. Bij het horen van muziek wordt direct je gevoel aangesproken. Als ik zie dat muziek een glimlach kan toveren op het gezicht van iemand die op geen enkele andere prikkel meer reageert, is het voor mij duidelijk waarom ik dit werk doe: door de muziek kan ik de kwaliteit van leven behouden of verbeteren. Het gaat er mij om de medemens te helpen.

Jeroen de Wit