2019-6
Heiligen en hun verhalen
De 'spijkerkapel' van Maria Magdalena
Deze ‘Gerardus’ opent met een artikel over vrouwen die Jezus vergezelden op zijn weg door Israël. Onder hen is Maria Magdalena de meest intrigerende. Vermoedelijk is zij een rijke Joodse vrouw uit de handelsstad Magdala aan het meer van Galilea.
Status
Wat er over haar verteld wordt, is een mix van bijbelse gegevens, legendes en fantasieën. Is zij dezelfde als de ‘boetvaardige zondares’ die tegenover Jezus spijt én liefde betuigt door met haar haren zijn voeten te wassen? (Lk 7, 36-50) Haar vriendschap met Jezus leidt ook tot allerlei speculaties. Maar hoe dan ook: zij en de andere vrouwen spelen een belangrijke rol in de verrijzenisverhalen.
Maria van Magdala heeft in de Kerk daarom dezelfde status gekregen als de twaalf apostelen. Zelfs hoger nog: als ‘Apostel der Apostelen’ is zij een evangeliste die als eerste de verrezen Heer ontmoette en de blijde, centrale boodschap van Pasen verkondigde (Joh. 20, 1-18). Paus Franciscus verhief in 2016, Jaar van de Barmhartigheid, haar gedenkdag (22 juli) tot een liturgische feestdag.
De devotie tot deze heilige vrouw richt zich op haar relikwieën die in veel Franse kerken worden vereerd, zoals in de basiliek van Vézelay, één van de vertrekpunten van de bedevaart naar Santiago de Compostela. In onze streken zijn er ook kerken en kapellen aan haar toegewijd, maar in de Brabantse buurtschap Esdonk bij Gemert staat de enige kapel die je een bedevaartsoord van Maria Magdalena kunt noemen.
De van oorsprong lemen veldkapel uit de 16e eeuw zou gebouwd zijn door een Spaanse militair uit dankbaarheid na de genezing van puisten en zweren. De kapel ligt aan de rand van de Peel; een nat en drassig gebied, waardoor in 1942, 1960 en 1983 restauraties nodig waren van dit Esdonks kapelleke. Inmiddels is het een rijksmonument.
Oude rituelen
Dat de kapel in de volksmond de ‘spijkerkapel’ genoemd wordt, vraagt om uitleg. In 1853 werd een eikenhouten beeld van de gestorven Christus vanuit de parochiekerk van Gemert naar deze kapel overgebracht. Al snel ontstond het gebruik om bij het beeld spijkers te offeren om zo van bepaalde kwalen en ziekten te genezen. Het was al een oude volkstraditie om als genezingsritueel spijkers in bomen of deuren te slaan. De roestige spijkers verwijzen in vorm en kleur naar de steenpuisten en zweren van de lijders eraan.
Een rasechte Brabander vertelde me, dat als je vroeger, met name op Goede Vrijdag, een spijker naar deze kapel bracht, dat je dan onderweg niks mocht zeggen; hij als vlotte prater beleefde dat zwijgen als een extra zware penitentie.
Ook zigeuners bezochten tot in de zestiger jaren met velen de Esdonkse spijkerkapel. Maria Magdalena geniet onder hen een bijzondere verering; waarom dat zo is, is een verhaal apart. Ook zij namen de gewoonte over om bij de liggende Christusfiguur spijkers te offeren. En zelfs haarlokken, en dat is weer een verwijzing naar de haren van de hierboven vermelde zondares die Jezus’ voeten waste.
In een legende wordt verhaald van een vierde spijker die de zigeuners uit het Christusbeeld hadden gestolen om het lijden van Jezus te verzachten. Zigeuners hebben daarom bij God een streepje voor. Anderen hebben natuurlijk dat stelen van die spijker aangegrepen om een kwaadaardig image van zigeuners te versterken: zelfs van Christus kunnen ze niet afblijven.…
Lijden
De Corpus Christi in de kapel, het offeren van spijkers en bedevaarten op Goede Vrijdag verwijzen naar de kruisdood van Christus. Ook de devotie tot Maria Magdalena is sterk geassocieerd met de lijdende Christus. Zij was aanwezig bij de kruisiging, terwijl de mannelijke collega’s allang waren weggevlucht. En zij was de eerste die de opgestane Jezus bij het graf ontmoette.
We zien haar terug in het sfeervolle interieur van de kapel: geknield aan de voet van het kruis en tijdens haar ontmoeting met de verrezen Christus. Een uit Vézelay afkomstige reliek van de heilige werd in 1981 geschonken door de toen bekende ‘televisiepater’ Leopold Verhagen.
Henk Erinkveld