2020-4
Eeuwfeest
Het Klokje in lockdown
Het is Tweede Paasdag; normaal een van de drukste dagen van het jaar in en rond Klooster Wittem.
Maar nu is het stil, heel stil, vanwege de ‘intelligente lockdown’; het Heuvelland is zelfs verboden gebied voor dagjesmensen. Vandaag schrijf ik weer over de geschiedenis van dit 100-jarig blad en net als vorige keer sta ik stil bij de oorlogsjaren. Was er toen ook een ‘lockdown’? Gingen de bedevaarten en heilige Missen door? Broeder Rafaël schrijft in de kronieken van die tijd over het Gerardusoctaaf van 1941:
“Dit jaar dreigde het octaaf voor het eerst een fiasco te worden. Er liepen geen autobussen of extra treinen die de pelgrims van ver moesten aanbrengen; en de lijnbussen liepen zeer onregelmatig. Aan particuliere wagens of taxi’s viel helemaal niet te denken. Zelfs op fietsbanden moest men zuinig zijn.
Toch is het octaaf zó geweest, dat ’s middags in het Lof zich geen mens kon verroeren. Dat bleek al bij de kinderzegen: in jaren was er niet zo’n toeloop geweest. Duizenden kinderen zijn in dit octaaf gezegend en brachten een kleine kaarsenhulde. Naar ruwe schatting hebben op de eerste zondag, behalve de kinderen, een duizend mensen de processie in de tuin bijgewoond. Er waren pelgrims uit Maastricht, Bocholtz, Vaals, Elkenrade, Heerlen, enz. ’s Morgens waren er te voet gekomen uit Stein en zelfs uit Susteren.”
Op 29 januari 1943 was het gouden jubileum van Gerardus’ zaligverklaring. Hoe stel je de mensen daarvan op de hoogte? Het toen verboden Gerardusklokje werd gemist. De kronieken vermelden geen bezoekersaantallen; een aanwijzing dat die niet hoog waren! Des te verwonderlijker is het, dat op het Gerardusfeest in 1943 de kerk overvol was tijdens de pontificale Hoogmis en het Lof; en “aan de processie namen 1500 personen deel”. Toen geen ‘lockdown’ dus, maar merkwaardigerwijs wel in zekere zin na de bevrijding van Zuid-Limburg en dus ook Wittem, op 13 september 1944. Broeder Rafaël noteert: “Van toen af stond alle verkeer, ook het postverkeer, geheel stop. Daardoor hield onze arbeid haast geheel op. We konden oude zaken nog eens nazien en herordenen. Maar vooral hielpen wij de andere broeders. Want de zorg voor de ruim 200 evacué’s uit Kerkrade in ons klooster nam hele dagen in beslag.”
Pas in oktober 1944 kwam het postverkeer een beetje op gang. Met een eerste brochuurtje begon de Gerardusklok weer te luiden, maar reikte vooralsnog slechts tot Maastricht; Heerlen was toen nog ‘militaire zone’ met nagenoeg geen postverkeer.
Mijn vorige artikel eindigde aldus: ‘In januari 1945 vierde het Sint-Gerardusklokje in volle vrijheid zijn zilveren jubileum’. Die ‘volle vrijheid’ was natuurlijk alleen waar voor het bevrijde zuiden; het overgrote deel van Nederland zou nog een strenge hongerwinter wachten. Het prentje, uitgegeven bij de feestelijke viering op 25 januari 1945, vermeldt dan ook een noveen “voor het verdrukte Nederlandse volk in het nog bezette gebied. Wij sporen U dringend aan om dagelijks de H. Mis bij te wonen, te communiceren en uw gebeden te verrichten voor deze intentie”.
Vieringen bijwonen kon toen nog, ondanks de ‘lockdown’ van de oorlogsjaren…
P. Henk Erinkveld