2020-8
Kapellen in stad en land
Mondkapjes in een koortsboom
Het kost even zoeken, maar dan heb je ook iets bijzonders. De laatste keer dat ik de ruïne van de St.-Walrickkapel in Overasselt bij Nijmegen bezocht, was zeker twintig jaar geleden. Hoewel een stuk ouder geworden, was het verheugend dat ik nu niet zo lang hoefde te zoeken als toen. Maar een duidelijke verwijzing zou op zijn plaats zijn, alleen al omdat ik het iedereen gun deze interessante, met geschiedenis en volksgeloof doordesemde plek te bezoeken.
Een levende legende
De St.-Walrickkapel is een ruïne, een overblijfsel van een kapel uit de vijftiende eeuw. Ruïnes ontroeren me altijd, zeker als ze ook nog eens in zo’n prachtige omgeving liggen. De omringende natuur is zo mooi, die geeft een primair spiritueel gevoel. Daarom worden kapellen bij voorkeur op heel mooie plekjes gebouwd, maar deze heeft een andere achtergrond. In feite sta je hier op de plaats waar al in 952 een boerderij stond, eigendom van de benedictijnerabdij St.-Valéry-sur-Somme. Een saillant detail is dat van deze abdij ook alleen nog ruïnes resten, met name van de abdijkerk.
De abdij werd in 615 gesticht door de Heilige Walricus – van deze heilige is de voornaam Valéry afgeleid. De abdij bezat een priorij in Overasselt. Walricus verrichtte bekeringswerk op de rigoureuze manier die de heilige Bonifatius fataal werd: hij liet een door de inheemse bevolking aanbeden boom omhakken. In relatie tot het verhaal van de St.-Walrickkapel is dat wel heel erg typisch. Want behalve om op deze plek in Overasselt de geschiedenis te voelen zinderen, gaan de meeste mensen hier naar toe vanwege de koortsboom, een levende legende.
Het is vermoedelijk de laatst overgebleven koortsboom van Nederland, maar ik weet dat niet zeker, want soms bereiken me geluiden van de aanwezigheid van andere koortsbomen, zoals een paar jaar geleden in het Mastbos bij Breda. Voor Vlaanderen weet ik het al helemaal niet. Wel durf ik te stellen dat koortsbomen in de Lage Landen uiterst zeldzaam zijn, dit in tegenstelling tot vroeger, toen er in de zuidelijke provincies enkele tientallen waren. De laatste in Noord-Brabant is in de jaren ’30 in Alphen bij Baarle-Nassau omgehakt in opdracht van de pastoor, die dus handelde naar het voorbeeld van missionaris Walricus.
De traditie gaat door
Het is niet bekend sinds wanneer Overasselt een koortsboom heeft, vermoedelijk gaat de roep van deze plek als wonderdadig terug tot in de tijd van Karel de Grote. Sedertdien zorgde de natuur ervoor dat de ene koortsboom kwam en de andere ging. De koortsboom waar het nu om draait is een tamelijk jonge eik. Twintig jaar geleden maakte ik foto’s bij een grote eik. Het is bijzonder om vast te stellen dat deze traditie doorgaat.
En deze traditie is dat je in de eik (in de directe omgeving ervan wordt ook gebruik gemaakt van struikgewas en andere bomen) een stukje stof hangt dat is gedragen door een zieke. Dat kan een sok zijn, een zakdoek, een stukje van een mouw… De idee is dat in dat stukje stof de identiteit van de zieke persoon is overgegaan. Door het stukje stof in de koortsboom te hangen, geef je de ziekte door aan die boom en die laat de ziekte wegvloeien via de wortels naar het ondermaanse.
Verbondenheid
Ik neem aan dat niemand dit echt gelooft; missionaris Walricus zou het te vuur en te zwaard hebben bestreden. Maar zeg eens, is dit volksgeloof? Bijgeloof? Of een voorchristelijk geloof dat nog steeds onder ons is? Het is in onze tijd voor de meeste gebruikers van de koortsboom een ritueel dat je in staat stelt om iets te doen als een vriend of familielid erg ziek is. Je zou het kunnen vergelijken met het opsteken van een kaarsje.
De koortsboom leent zich voor alle voorkomende ziekten. Koorts is immers een oud woord voor ziekte. Het gebruik is uiterst actueel. Toen ik er afgelopen zomer, als het ware tussen de twee coronagolven in, nog eens ging kijken, hingen er wel tien mondkapjes, een van de meest besproken attributen in een duizendjarige traditie.
O ja, je komt bij de St.-Walrickkapel en de koortsboom door vanaf Café St.-Walrick aan de St.-Walrickweg in Overasselt over een zandpad een paar honderd meter het bos in te lopen. Het zandpad ligt bezijden het café aan de Hessenbergseweg.
Paul Spapens