2021-5
Gebruiken in het volksgeloof
Belonen en straffen
Ik moet zeggen dat heiligen in mijn dagelijks bestaan een veel kleinere rol hebben dan tig jaar geleden toen mijn leven veel meer dan tegenwoordig werd geordend door het ritme van het katholieke geloof, een tred op de maat van kerkgang, biechten, hoogtijdagen, ja zelfs vasten.
Toen en nu
In dat leven werd ik elke dag in mijn kerkboek op het bestaan van heiligen gewezen; zij maakten de dag en dat kwam onder meer ook terug in het volksgeloof. Mijn moeder zette altijd worteltjes met erwtjes op tafel op het Hoogfeest van Petrus en Paulus (29 juni). Op de vraag aan mijn moeder wie worteltje was en wie erwtje, is ze het antwoord altijd schuldig gebleven.
Heiligen die er in mijn leven van nu toe doen zijn onder meer de IJsheiligen, want je kunt er min of meer van op aan dat in de periode van 11 tot en met 14 mei nog wel eens nachtvorst op kan treden.
In een warm schuurtje bij ons huis bewaart mijn vrouw de hele winter lang talrijke planten die vóór Mamertus (11 mei), Pancratius (12 mei, Servatius ( 13 mei) en Bonifatius (14 mei) onder geen beding naar buiten mogen. Zijn ze voorbij, dan zijn we een halve dag aan het sjouwen om de planten het schuurtje uit te dragen, het licht en de warmte van lente en zomer tegemoet.
Een andere heilige die ik met zeer veel respect een plaatsje heb gegeven in mijn persoonlijke volksgeloof is Antonius van Padua. Hij is de patroon van de verloren zaken.
Moeders en volkscultuur
Al mijn generatiegenoten beamen, dat naarmate je ouder wordt, je steeds meer vergeet. Je kunt daarom stellen dat de Heilige Antonius voor mij steeds belangrijker wordt. Hoezo? Omdat het schietgebedje te zijner ere werkt, écht waar: ‘Heilige Antonius beste vrind, zorg asjeblieft dat ik mijn autosleuteltjes terugvind’ (praktijkvoorbeeld). Tegen de trouwhartige inzet van Antonius kunnen de vele herinneringsbriefjes op lukrake plekjes niet op.
Zoals met vrijwel alles dat met volksgeloof en volkscultuur te maken heeft, is het vaste geloof in Antonius als patroon van verloren zaken mij door mijn moeder bijgebracht. Zij was een fervent vereerder. De belangrijkste reden – denk ik – was het feit dat ze een groot gezin bestierde. Er was altijd van alles en nog wat kwijt. Henri Belletable, oprichter van de Heilige Familie, bood haar als moeder van een groot gezin veel steun, evenals Maria van wie ze zei dat ook zij veel trubbels aan haar hoofd had gehad en haar zorgen daarom wel zou begrijpen. Mooi hè, zoals volksgeloof werkt!
De offerblok en de hoek
Bij het inzetten van Antonius van Padua als er zaken verloren waren, paste ze twee rituelen veelvuldig toe. Had Antonius het schietgebedje verhoord, dan stopte ze een geldbedragje (doorgaans een cent, want het was in de tijd van een ‘boterham met tevredenheid’) in de gleuf van een heel speciaal offerblok in de kerk. Er stond ‘Antoniusbrood’ boven. Dit kom je in Nederlandse kerken niet veel meer tegen, maar in Duitse kerken is het nog vaak standaard in het interieur. Met het geofferde geld onderhield de parochie de armen. De bekende broodpater Gerrit Poels uit Tilburg, die brood bij de armen bezorgde, borduurde hier in feite op voort. Gerrit Poels is te oud om er zelf nog op uit te trekken, maar zijn levenswerk floreert tot en met – en dat is broodnodig.
Verhoorde Antonius het gebed van mijn moeder, dan werd hij beloond. Maar het kwam natuurlijk ook herhaaldelijk voor dat het verloren voorwerp niet werd teruggevonden. Wat doe je dan? Je kunt het schietgebedje nog eens herhalen en nog een keer en nog eens met heel veel nadruk: Héilige Antonius béste vrind, zórg dat ik… Het tegenovergestelde van belonen is bestraffen en dat heeft Antonius van Padua geweten. Als hij níet zorgde dat het verloren voorwerp terugkwam, dan plaatste mijn moeder het beeld voor straf in de hoek. Uit ervaring met dit lot leefde ik mee.
Het familiebeeld van Antonius van Padua heeft een ereplaats in ons huis. Op veel plaatsen is het gips beschadigd. Zelfs het hoofdje van Onze Lieve Heer is afgebroken. Ik sluit niet uit dat er hinkelhokken mee zijn getekend. Maar ik laat het zo, een warme herinnering aan een sterk volksgeloof en de betrouwbare inzet van een heilige.
Paul Spapens