Gerardus Magazine 2022-3

2022-3

Markante redemptoristen

Liefde voor de gewone mens

Vermoedelijk zou Henk Manders in stilte plezier hebben en zijn hoofd schudden wanneer hij zou lezen dat hij geschaard wordt in de reeks ‘Markante redemptoristen’. Van huis uit was Henk Manders namelijk een eenvoudige, bescheiden en hartelijke persoon die niet op de voorgrond trad. 
Henk Manders werd geboren op 2 februari 1913 te Roosendaal en legde zijn kloostergeloften af in 1932 en werd in 1937 in Wittem tot priester gewijd. Daarna vertrok hij naar Rome waar hij verder studeerde en promoveerde in de theologie over: ‘De liefde in de spiritualiteit van Alfonsus’ (de stichter van de congregatie van de redemptoristen). Het proefschrift droeg hij vanuit groot respect op aan zijn medebroeder Gerardus Majella.

 

Luisteren naar de mensen op straat 
In een interview vertelde hij later: ‘Ik onderzocht de historie, maar het accent lag op de praktijk met als belangrijkste vraag: ‘Wat betekent Alfonsus voor ons, wat kunnen wij van hem leren?’ Wat hij in Rome leerde en later altijd aan zijn studenten voorhield, is “dat je er met studeerkamertheologie niet komt. Luisteren naar het geloof van mensen op straat is de basis van je studie. Daar valt veel van te leren”. 
Vanwege de oorlog in 1942 kon hij niet terugreizen naar Nederland, dus studeerde hij nog filosofie en oosterse theologie, maar was ook pastor in een arbeidersparochie in Rome. Hierover zei hij later: “Het was een kostbare tijd voor mij omdat ik aan de mensen heb ervaren wat het betekende om in oorlogstijd dag in dag uit het hoofd boven water te moeten houden. Zij woonden in een wijk waar een munitiefabriek lag die ieder moment gebombardeerd kon worden”. 

 

Vernieuwer
In 1945 keerde hij uiteindelijk terug naar Nederland om als hoogleraar aan het grootseminarie van de redemptoristen in Wittem les te gaan geven.
Dit was een grote overgang omdat Henk Manders vanuit zijn fijngevoeligheid aanvoelde dat de studenten in die tijd door de crisis van de oorlog andere waarden en normen hadden ontwikkeld. Dat was veel ingrijpender dan velen toen vermoedden. 
Toen hij begeleider van de studenten werd, was hij van mening dat je die verandering in mentaliteit ook moest laten zien in de benadering van de studenten. Hij stond open voor hun problemen en probeerde de zeer ordelijke en strenge levensstijl wat te verzachten. Studenten moesten volgens hem begeleid worden om later als een vrije persoon met mensen om te kunnen gaan. Echter de leiding van het grootseminarie dacht daar na vijf jaar toch anders over en gaf hem een andere opdracht: retraitewerk en studie in Parijs. 
Gelukkig keerde hij na een jaar weer terug naar Wittem. Hij gaf opnieuw les en tussendoor reisde hij ‘s zomers vaak naar de V.S. om ‘zomercolleges’ te geven. Over deze periode vertelde hij lachend: “Ik probeerde hier ook mijn rijbewijs te halen, maar na enkele lessen, waarbij ik een keer bijna in de greppel reed, raadde men mij af om nog ooit achter het stuur te gaan zitten”. 

 

Openheid
Nadat het Grootseminarie van Wittem in 1966 verplaatst werd naar pater Henk Manders 1913-1996Heerlen en opging in de Hogeschool (later Universiteit)  voor Theologie en Pastoraat was Henk Manders tot aan zijn pensioen in 1978 een steunpilaar en baanbrekende hervormer in diverse theologische disciplines; vooral in de liturgie en pastoraal theologie. In een interview schetste hij destijds het onmogelijke kerkelijke klimaat: ‘De Kerk is als een keuken waar een feestmaal wordt bereid. Het keukenpersoneel is in paniek, laat de soep aanbranden en kan eigenlijk alleen maar eenpansmaaltijden maken’. 
Ondanks dat de Kerk hem zeer lief was, keerde hij zich op een zachtzinnige, maar niet mis te verstane wijze tegen alles wat met geloofsdwang te maken had. Hij stond voor een geloof dat naar openheid, ruimte en vrijheid voerde. Dit in de lijn van de gedachten van Alfonsus de Liguori over wie hij op het einde van zijn leven zei: “Ik ben van deze Napolitaan gaan houden in de lange jaren dat ik met hem mocht omgaan … geestig, vol gevoelens en liefde voor de gewone mens”. 
Henk Manders was beslist een ‘geleerde’ man. Kenmerkend was dat hij deze geleerdheid in een voor ieder verstaanbare taal wist te gieten. Tevens wist hij als voorganger in de eucharistievieringen – om aan wie er voor open stond – de betekenis te laten ervaren van het Verbond van God met zijn geliefde mensen. In dat opzicht was Henk Manders ook spiritueel een zeer begaafde redemptorist.

Marianne Debets