2023-5
Mijmeringen van een missionaris
Levensecht is mooi
Na bijna anderhalf jaar is de verbouwing van de kerk in het dorp São Domingos voor een deel klaar. Dat wil zeggen: de metselaars hebben hun werk gedaan. Het lage, oude godshuis is veranderd in een imposant gebouw. Twee meter de hoogte in gebracht en een ruime secretarie en sacristie aangebouwd met een mooie trap naar de vergaderzaal op een eerste verdieping.
Stilletjes zei een catechist: “Hoe is het mogelijk dat we dit nu in ons dorp hebben”. Er zijn heel wat schulden gemaakt en voordat het gebouw geverfd zal worden en de details afgemaakt, moeten die betaald worden. Het is dus: hand op de knip. Voorlopig geen geld voor allerlei zaken die nodig zijn.
Het klopt niet meer
Praktisch betekende deze verbouwing dat veel dingen niet meer pasten. Het altaar stak door de zeer bescheiden afmetingen vreemd af tegen de enorme ruimte die er nu op het priesterkoor is ontstaan. De beelden van de heiligen leken opeens veel te klein, hoewel ze ruim een meter hoog zijn. De ruimte waar het tabernakel staat, doet leeg aan en ook de doopkapel bij de ingang is nog erg onwennig.
Wat mij het meest opviel, was het kruisbeeld: dat hing nu verloren en klein aan de muur van het altaar. Maar juist het kruis is van wezenlijk belang in de catechese die de kunst in een katholiek kerkgebouw nu eenmaal is. Ook bijbels is overduidelijk dat Jezus niet begrepen kan worden vóór zijn kruisdood; Thomas herkende Jezus aan zijn wonden!
In onze kathedraal heeft de bisschop recentelijk het hele altaar vernieuwd, zoals het vroeger was. Het viel me meteen op: je ziet geen kruis, wel beelden van heiligen m.n. Maria. Mooi, maar niet juist.
Waarom al dat bloed?
Hoe diep we ook in de schulden zaten; er moest een groot kruis met crucifix komen. Dat was snel gevonden. In Campina Grande werkt een kunstenaar die zo’n kruis met een corpus van mijn grootte kon maken, zeer realistisch. Het leek beklonken en juist op dat moment kwam mijn zus Liesbeth met een vraag over het kruis.
Zij wandelt wekelijks met haar vriendin in de omtrek van Eindhoven en steken in de Mariakapelletjes die overal staan altijd een kaars aan. Maar die vriendin vroeg zich wel af: waarom moet er in al die kapellen zo’n bloederig kruisbeeld hangen? Een kapelletje met bloemen voor Maria dat ontroert, maar die gefolterde man…? Daar leek me wel wat voor te zeggen. Dus maar niet investeren in een kruisbeeld?
Mijn twijfel duurde totdat ik op internet enkele korte fragmenten tegenkwam van gesprekken met Herman Finkers. “God zit in alles”, zegt deze Twentse cabaretier, die met zijn lach zo goed het katholicisme begrijpt. Je zou kunnen zeggen: “Na zoveel nadenken en bezig zijn met theologie, moet je als priester dan op een cabaretier terugvallen?”
Wie lijdt met wie mee?
Finkers lijdt aan een vorm van leukemie en weet dus wat een ernstige ziekte is. Hij vertelt over zijn bewondering voor belezen filosofen en baanbrekende wetenschappers. Maar, velen “zwetsen uit hun nek” als ze over geloof praten. Hun argument is altijd: hoe kan een almachtige God het toelaten dat kleine kinderen aan leukemie sterven of mensen blind worden door vervelende steekvliegjes? Bij zo’n God zou je toch nooit in de hemel willen? Die moet juist ter verantwoording geroepen worden.
Finkers stelt dat God zich laat zien in alles wat ontroerend, lief, kwetsbaar, mooi en zuiver is en dat Hij vertrapt wordt door lijden, zinloosheid, geweld, wreedheid en lelijkheid. Die zaken overkomen God. Dan komt hij met zijn stelling: “Onze God is vooral een lijdende God”.
Ik begreep daaruit dat God met ons meelijdt. Ik stuurde Finkers een e-mail. Volledig onverwachts kwam er bijna per ommegaande een persoonlijk bericht terug, waarin hij me corrigeerde: God lijdt niet met ons mee, maar wij lijden met Hem mee, zoals de apostelen in Getsemane met Jezus.
De visie van Finkers deed me de knoop doorhakken: ik kocht dat enorme kruisbeeld, levensecht met bebloede open wonden. Het werd boven het altaar aan de muur gehangen. Aan de voet van dat kruis plaatsten we Maria en de heilige Dominicus, patroonheilige van deze kerk.
De vraag was nog hoe de mensen zouden reageren en dan vooral de kinderen. Het misdienaartje Julia gaf haar mening na de eerste mis en verwoordde wat iedereen later beaamde: “Mooi!”
Jan Joris Rietveld