Gerardus Magazine 2020-3

2020-3

Wittem wereldwijd

In de voetsporen van Gennaro Sarnelli

Ik blijf contact houden met Roksan Latorre, lekenmissionaris  van de Filippijnse redemptoristen, die betrokken is bij de opvang van vluchtelingen na de vulkaanuitbarsting niet ver van het klooster van Lipa. Zij schrijft mij:
‘Enkele mensen die hun huizen ontvluchtten toen de vulkaan op 12 januari jl. uitbarstte, gingen al drie weken later terug naar hun dorp. Want hún huizen bleken niet of nauwelijks schade opgelopen te hebben en zij hebben zo goed en zo kwaad als het gaat hun dagelijkse leven weer opgepakt. Maar de lokale overheid heeft aan de bewoners van zes dorpen laten weten dat zij absoluut niet mogen terugkeren vanwege de onveilige situatie in hun streek en de grote schade aan woningen en gebouwen. Dus verblijven op dit moment nog heel wat mensen in evacuatiecentra. Hier krijgen ze nog steeds de eerste dagelijkse behoeften: onderdak, eten en drinken. Jammer genoeg worden er geen activiteiten georganiseerd, waardoor mensen tijd hebben om te piekeren over hun toekomst: ‘hoe moeten we nu verder, ons leven staat stil en wat komt er terecht van de beloftes van de regering die ons een nieuw onderkomen beloofde?’ Als deze mensen zich bij de overheid melden, dan krijgen ze te horen dat er géén plannen liggen voor wederopbouw. Ambtenaren beloven wel dat ieder gezin als een eerste vergoeding 3000 peso voor de geleden schade kan krijgen. Dit komt omgerekend neer op ca. € 54,- per gezin. Dit is gezien de omstandigheden, ook voor mensen in de Filipijnen, bitter weinig geld.  

 

Gennaro SarnelliSommige particuliere organisaties en de redemptoristen van het klooster in Lipa blijven echter wel betrokken, waardoor de mensen toch hoop op een nieuwe toekomst bewaren. Samen met ‘Tulungan sa Taal’, een netwerk van geloofsgemeenschappen, mensenrechten-organisaties en NGO’s die hulp, ondersteuning en herstel bieden na de vulkaanuitbarsting, wordt gekeken welke zaken nu het eerst aangepakt moeten worden. Zij kijken ook verder naar wederopbouw van woningen, scholen en gemeenschapsonderkomens. Ook wordt er psycho-sociale zorg geboden. Men probeert goed in kaart te brengen en vervolgens uit te voeren wat mensen nodig hebben na een ontwrichtende natuurramp als deze.

 

De redemptoristen in Lipa zijn in staat om vele vormen van zorg te bieden, omdat zij vertrouwd zijn om vanuit hun spiritualiteit psycho-sociale zorg te bieden. Een medewerker van het redemptoristenklooster in Manilla stuurde mij kortgeleden een waardevol bericht over het ‘Sarnelli Centrum’ voor kinderen.
Het centrum is genoemd naar de redemptorist Gennaro Sarnelli (1702-1744), die in Napels zorg droeg voor straatkinderen en prostitués. Sindsdien is hij de beschermheer van kinderen die in de samenleving verloren lopen. Vaak zijn het weeskinderen of kinderen uit gebroken gezinnen.

 

Kinderen van het Sarnelli inloophuis in Manilla

 

De redemptoristen in de Filipijnen hebben in 1995 twee centra gesticht die naar deze Gennaro Sarnelli zijn genoemd: eentje in de stad Lipa waar kinderen permanent wonen en eentje in Manilla, naast het redemptoristenklooster en Maria-oord Baclaran.
Het Sarnellicentrum in Manilla is een inloophuis dat aan straatkinderen tijdelijke opvang biedt en de meest directe nood lenigt: eten, drinken, er is een bed, ze krijgen kleding en soms leert iemand hen schrijven en lezen. Zodra de kinderen wat weerbaarder zijn, verhuizen sommigen naar het Sarnellicentrum in Lipa. Hier leven de kinderen in een dagritme van maaltijden en onderwijs. In dit onderwijs is ook morele vorming en sociale interactie opgenomen. Maar er is zeker ook ruimte voor spel en ontspanning. Wanneer zij door hun achtergrond getraumatiseerd zijn, worden zij geholpen om hun ervaringen te verwerken.
Het centrum wordt gerund door maatschappelijk werkers en religieuzen die professioneel en pastoraal goed geschoold zijn. Op bewonderenswaardige wijze dragen zij zorg voor kinderen die anders door iedereen verlaten op straat zouden moeten leven. Er wordt met zorg en aandacht naar de verhalen geluisterd die de kinderen vertellen: waarom ze op straat zijn beland en waarom niemand naar hen omkeek.’ 

 

Zoals Gennaro Sarnelli in zijn tijd in Napels voor zulke kinderen samen met anderen structurele hulp organiseerde, zo wordt dit anno 2020 nog steeds opgepakt door zijn medebroeders en -zusters in de Filippijnen. En dat verdient onze steun.

Marianne Debets