2020-4
kapellen in stad en land
De halve varkens?koppen van St. Antonius
Dwalend (met de fiets) door Nederland en Vlaanderen kom je er al snel achter dat de meeste kapellen zijn gebouwd ter ere van Maria (een open deur voor menigeen), maar dat er daarnaast tal van andere heiligen zijn die in zo’n sympathiek gebouwtje de hoofdrol spelen in de volksdevotie. De genoemde contreien tellen bijvoorbeeld nogal wat Antoniuskapellen, zoals in Groeningen, een 360 zielen tellend dorpje dat zich al eeuwen rijk weet met de St. Antonius- en St. Nicolaaskapel.
Het Brabantse Groeningen is slechts een vlek op de kaart. Wat niet wil zeggen dat het niet de moeite waard is om er eens op bezoek te gaan. Integendeel. Het maakt deel uit van de gemeente Boxmeer, de Maas ligt direct in de buurt mooi te wezen en je hebt er ook nog natuurgebied Maasheggen. Natuurliefhebbers beoefenen hier het ambacht van heggenvlechten, een techniek waar Julius Caesar al mee te maken kreeg. Maar dat terzijde.
De Antoniuskapel staat op de brede basis van een driehoekig pleintje. Deze vorm duidt op een Frankische oorsprong. Groeningen was een pleisterplaats op de postweg tussen Nijmegen en Venlo. De kapel hoort sinds de vijftiende eeuw onlosmakelijk bij deze kleine gemeenschap die er op een bijzondere manier iets voor over heeft gehad om dit rijksmonument op te knappen. Bij het behoorlijk forse gebouw staat een bordje met de toch wel trotse tekst dat de restauratiekosten van de kapel in 2000 zelf zijn opgebracht.
Dat deden de Groeningers door halve varkenskoppen te verkopen. Ze deden dat meer precies op 17 januari van dat jaar. De Antonius die hier wordt vereerd is Antonius van Egypte, of Antonius Abt en in de volksmond (dus is dit de aan te bevelen naam) Antonius met ’t varken. In de derde/vierde eeuw trok hij zich terug in de woestijn in Egypte. Een van de talrijke legendes vertelt dat de duivel hem voortdurend belaagde. Een keer vertoonde hij zich als een varken. De ‘vader van het kloosterleven’ wist hem te verjagen. Uit duizenden is Antonius te herkennen aan het varken op zijn afbeeldingen.
De kapel in Groeningen, het beheer daarvan en de verering van Antonius met ’t varken zijn sinds 1494 nauw verbonden aan het gilde St. Antonius en St. Nicolaas. Nog steeds is de band tussen gilde en kapel (en kerk) sterk. Het gilde heeft zijn teerdag op 17 januari. Dat wil zeggen dat dan plechtig wordt stilgestaan bij de relatie met het geloof en dat het glas wordt geheven op de broederlijkheid en op het goede leven. Traditioneel wordt samen getafeld. Wat dan beslist op tafel komt, is zult.
17 januari is de feestdag van Antonius met ’t varken wiens algemene populariteit op en neer golft met de maatschappelijke patronen. In de jaren van varkenspest en mond-en-klauwzeer wisten veel geplaagde boeren hem weer te vinden als patroonheilige. Nood leert bidden. Groeningen was twintig jaar geleden zeker niet de enige plaats die geld in het laatje bracht met de verkoop van varkenskoppen. Opvallend veel plaatsen met een Antoniuskapel kennen interessante vormen van volkscultuur en volksgeloof.
In een aantal plaatsen in Vlaanderen worden nog steeds op 17 januari varkenskoppen verkocht. Het is de vraag of dat in regeltjesland-Nederland nog wel is toegestaan. Deze traditie bestaat in de provincie Antwerpen onder meer nog in Geel, Lille, Oosthoven, Rijkevorsel en Brasschaat. Wat moet je met een varkenskop? Zult van maken. Op internet staan volop recepten om in de traditie van Antonius van ’t varken aan de slag te gaan. Men neme een varkenskop…
Paul Spapens