2022-3
Een leven voor je
Gynaecoloog voor UNICEF
Ik leer Annetar Maung kennen bij de taallessen die in de Heerlense Andreasparochie worden gegeven. Een spontane en slimme meid uit Myanmar, die sinds 8 juni 2021 in Nederland is en inmiddels de verblijfsstatus gekregen heeft. Annetar is 25 jaar en heeft de laatste 10 jaar al meer meegemaakt dan de meeste Nederlanders van die leeftijd.
Vertel eens wat over jezelf, Annetar?
“Ik ben geboren in Kawtoung, in Myanmar, een plaatsje aan zee met een heerlijk warm klimaat. Daar groeide ik op met twee broers en twee zussen. Omdat in mijn land geen goede studiemogelijkheden zijn, ging ik naar China om daar geneeskunde te studeren. Na de studie van zes jaar wilde ik graag terug naar mijn land om mijn ouders ‘trots te maken’ en iets terug te doen voor het land en mijn familie. Helaas beletten mijn politieke uitlatingen tegen het huidige regime, het leger, een veilige terugkeer. In China werk zoeken is geen optie, want na de studie wordt iedereen geacht terug te keren naar zijn thuisland. Bovendien brak ook nog corona uit, wat het nog moeilijker maakte om een plek te vinden waar ik naartoe kon. Mijn wens om naar het Verenigd Koninkrijk te gaan (UK), lukte niet; mijn tweede keus was Ecuador, ook dat lukte niet; en zo vielen vele landen, die een visumplicht hebben en/of hun grenzen sluiten voor wie uit China komt, af. Bovendien kon ik nergens een visum aanvragen, want alle ambassades in China waren dicht”.
Maar Annetar is een doorzetter, ze geeft niet op en uiteindelijk, met veel geduld, lukt het haar om via Turkije naar Nederland te komen, waar ze asiel aanvraagt. Dit wordt toegekend en daarmee is toch weer een belangrijke stap voor de toekomst gezet.
Inmiddels heeft Annetar haar ouders en familie al twee jaar niet meer gezien; het leger voert een streng en hard regime. Maar Annetar werpt zich op haar toekomst. In China leerde ze Chinees te spreken, hier leert ze bijzonder vlijtig Nederlands. En dat haar dit aardig lukt, blijkt wel dat we dit interview in het Nederlands kunnen doen.
Annetar, wat is jouw droom voor nu en in de toekomst?
“Mijn droom is om een goed en beroemd arts te worden, liefst gynaecoloog. En dan wil ik uitgezonden worden voor Unicef. Want ik zie vaak beelden van vrouwen in landen die geen goede faciliteiten hebben voor zwangere vrouwen; beelden van vrouwen of baby’s die onnodig sterven bij de geboorte. Die beelden raken mij en daarvoor wil ik me graag inzetten.”
Annetar is in China afgestudeerd als basisarts en wil in Nederland graag verder studeren om deze droom waar te maken. Voorlopig moet ze eerst diploma C1 en C2 Nederlands halen, maar nu is ze al met B1 bezig. Dan moet er worden onderzocht in hoeverre het diploma van China gelijk staat aan de Nederlandse diploma’s, dus alweer wachten en intussen maar ijverig studeren op onze moeilijke Nederlandse taal.
Annetar is een jonge vrouw met een, voor haar leeftijd, groot doorzettingsvermogen en veel geduld; dat laatste is een eigenschap waar wij in Nederland niet zo goed in zijn. En bovendien heeft zij een groot vertrouwen dat het goed komt. Ook daar kunnen we nog wel van leren, denk ik. Heeft dat te maken met haar geloof of cultuur?
Wat neem jij mee vanuit je opvoeding?
“Ik ben streng gelovig opgevoed. Wij zijn moslim. Niet stelen, niet liegen, deze regels zijn belangrijk. Ik bid ook nu nog vijf keer per dag en houd deze maand ramadan. Dat doe ik graag en met liefde. En delen wat je hebt, dat is ook belangrijk. Als je geeft, krijg je het ook terug. Niet letterlijk natuurlijk. Zo heb ik het gevoel dat God mij veel geeft en mij helpt. Dat ervaar ik zo.”
Wat kunnen wij van jouw land/cultuur leren?
“Onze cultuur is heel eenvoudig: je doet niets wat niet goed is voor je lichaam of geest. Dat is verboden. Zoals alcohol bijvoorbeeld. Als je luistert naar je lichaam én je geest, dan voel je wat goed voor je is en wat niet. En dat is niet moeilijk voor mij. En je leert van alles wat je meemaakt. Het leven is als een regenboog: buien en zonneschijn zijn allebei nodig om het leven kleur te geven.”
Annetar is een bijzondere jonge vrouw. Ik had al bewondering voor de manier waarop zij zich in haar eentje hier staande weet te houden en daarbij vooral positief en vrolijk overkomt. Maar dat is van binnen wel anders. Ze zegt: “Ik vertelde mijn verhaal met een glimlach, maar het was zo moeilijk voor mij, omdat ik die tijd nooit meer terug wil, er zelfs niet aan wil denken”.
Ik gun haar van ganser harte dat haar droom – een goede arts te worden voor Unicef – mag uitkomen en dat wij in Nederland daar dan een klein steentje aan mogen bijdragen.
Nan Paffen