2022-6
Mijmeringen van een missionaris
De baksteen
Het is alweer een zestig jaar geleden dat het tweede Vaticaanse Concilie plaatsvond. Een van de grote thema’s was: wat betekent precies de Kerk en wat is haar plaats in de wereld? Velen beschouwden haar als een gebouw, een soort ‘supermarkt’, waar je bepaalde sacramenten kon kopen. Hier in Brazilië ging men met dit thema flink verder en één van de centrale zaken werd: kerk is een gemeenschap van gelovigen.
In de praktijk van het pastoraat gebruikte men daarbij vaak een verhaaltje. Een bisschop bezoekt een plaats waar een kerkje wordt gebouwd. Hij vraagt aan een man die bakstenen kruit wat hij aan het doen is. Deze antwoordt: “Ik ben bakstenen aan het kruien”. Aan een andere man stelt hij dezelfde vraag met als antwoord: “We zijn hier een gebouw aan het neerzetten”. En de derde man zegt: “We zijn hier een kapel aan het bouwen waar we samen kunnen komen om ons geloof te vieren”. De kerk dus niet als gebouw maar als een grote familie, die altijd met open armen nieuwkomers wil ontvangen.
Verbouwing
Dit voorbeeld speelde door mijn hoofd toen ik de grootste uitdaging in mijn huidige parochie begon: de verbouwing van de kerk in het dorp São Domingos do Cariri. Eind jaren dertig had de lokale gemeenschap er een prachtige kapel gebouwd. Het gehucht groeide en tijdens het Concilie begon de pastoor aan de bouw van een nieuwe grote kerk.
Zijn Franse opvolger ging daar vier jaar mee door, de tijd van zijn contract. Hij kreeg het project niet af ondanks veel acties om geld bij elkaar te krijgen. Bij zijn vertrek wist hij met een subsidie uit Frankrijk een dak op de kerk te leggen. De nieuwe kerk zit tot op de dag van vandaag altijd vol.
Vorig jaar vroeg ik aan de bisschop of ik weer overgeplaatst zou worden. Hij wilde weten wat ik zelf dacht. De nieuwe politiek van zes jaar is voor mij een te korte tijd: ik ben langzaam en heb veel tijd nodig om erin te groeien. Daarom vroeg ik om te mogen blijven tot mijn zeventigste: twee jaar dus. Dat werd goedgekeurd. Ik zag mijn kans schoon en stelde in São Domingos voor om de kerk twee meter te verhogen en er een sacristie en vergaderruimte aan te bouwen. Daar reageerde een groep zeer positief op.
Kritiek
Vervolgens moest er van alles geregeld worden, maar in oktober begonnen we feitelijk en tot nu toe zijn we bezig. De bouwcommissie bedenkt van alles om geld bij elkaar te krijgen, maar eerlijk is eerlijk: zonder hulp van goede gevers uit Nederland zou het niet te doen zijn. Sterker: ik zou er niet aan begonnen zijn. Inmiddels is het schip bijna af en hebben we heel wat rekeningen te betalen. We zijn nu volop bezig met de nieuwbouw, achter de kerk.
Een van de metselaars, die uit een ander dorp komt, vroeg me waarom ik dit project begonnen was. Hij had enkele mensen kritiek horen geven als: – ‘nu zijn er enkel maar missen op het marktplein’, – ‘je mag niet komen aan wat in 1978 gebouwd is’, – ‘telkens dat gevraag om geld’. Ik zei hem dat dat erbij hoort. Veel mensen zijn enkel katholiek omdat ze ooit gedoopt zijn.
De negenjarige Monica
Persoonlijk zie ik hier een levendige gemeenschap waar alle leeftijden vertegenwoordigd zijn, in tegenstelling tot de hoofdkerk in het andere dorp, en ik moet zeggen dat vooral de jeugd en de kinderen zeer trouw zijn. Wat je ook opzet, balletgroep, muziekschool, fanfare, een koor, wandeltochten: ze doen altijd mee. Ik wilde juist voor hen een iets beter onderkomen maken.
Ik zag dat zondag in de mis. De liturgiegroep werd gevormd door kinderen, die alles deden: welkomstwoord, lezingen, gebeden. En zij houden de collecte en zijn misdienaar. De eerste lezing werd gedaan door de negenjarige Monica: een klein, fier meisje, dat niet boven de lezenaar uitkomt. De koster had daar wat op gevonden: met een baksteen had hij een verhoging gemaakt, zodat het kindje op haar tenen staand de tekst beter kon lezen.
Zo kun je dus bakstenen gebruiken om een gebouw neer te zetten, maar ook om een gemeenschap te vormen waar iedereen welkom is, zelfs een jong kind dat over vele jaren ons werk zal overnemen.
Jan Joris Rietveld