Gerardus Magazine 2022-8

2022-8

Een leven voor je

Met het DNA van een Heijster

Ik ken Merel Heijster al van kinds af aan, via haar vader die theologie studeerde en als kleindochter van mijn vrienden Hans en Wil Heijster. Ik hoorde via hen de boeiende verhalen over haar reizen, haar zoektocht door het leven en vooral het enthousiasme waarmee ze dit allemaal oppakt.

 

Je ouders woonden vier jaar in Ghana. Ben jij daar ook geboren?
“Ik ben 28 jaar geleden in Rotterdam geboren, toen mijn ouders net terug kwamen uit Ghana, waarheen ze waren uitgezonden door de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën. Voor mijn vader was Ghana één groot avontuur, maar voor mijn moeder was het een pittige tijd. Ik heb nog een ouder zusje dat in Ghana geboren is. Misschien dat ik nog wel een keertje naar Ghana toe ga, want ik ben wel nieuwsgierig waar mijn ouders hebben gewerkt.

In Rotterdam ben ik naar de vrije school gegaan. Dat is toch het type school waar ik me thuis voelde. Ik kon dit niet goed uitleggen, maar wist dat het bij mij hoorde. Na de HAVO heb ik een tussenjaar genomen. Ik had grootse plannen om met de trein door Brazilië te reizen, maar dat bleek niet zo’n goed plan te zijn: een blonde meid alleen op reis en ik sprak ook geen Portugees. 
Toen ben ik naar de broer van mijn vader in Peru gegaan. Pim en zijn vrouw Luz-Marina hebben daar een ijsfabriek, ijssalons, maar ook een onderwijssysteem opgezet voor doven en slechthorende mensen. Dat was voor mij een waanzinnig aardige tijd. Ik heb ervaren hoe het was om daar te wonen en te werken. 

Daarna ben ik in Den Haag gaan wonen. Ik wilde graag blijven reizen en dacht: als ik European Studies ga studeren, dan lukt dat wel, maar ik kwam een beetje van een koude kermis thuis. Want het was in de tijd van de grote vluchtelingenstromen en ik moest me bezig houden met theorieën en regeltjes. Dat was het dus niet. Ik wilde graag echt iets zinvols doen in een tijd met zo’n grote problematiek, en ben humanistiek gaan studeren. In drie jaar heb ik mijn bachelor gehaald, maar toen was ik het studeren wel moe”.

 

Wat bedacht je toen?
“Ik wilde een ijssalon beginnen, zoals mijn oom Pim. Wel een sociale ijssalon, want ik dacht: als ik in een probleemwijk een ijssalon begin waar mensen komen werken met een afstand tot de arbeidsmarkt, dan helpen ze elkaar vooruit. Ik had namelijk een scriptie geschreven over de zin van werken. 

Om het vak van ijsmaker te leren, heb ik in Utrecht nog een cursus gedaan en daarna ben ik naar Terschelling gegaan. Ik heb er in twee ijssalons gewerkt en in de zomer ook zelf ijs gemaakt. Via, via ontmoette ik toen mensen die een teamleider zochten voor hun ijssalon in Den Haag. Waanzinnig dacht ik, nu kan ik echt een stap maken in mijn leven. Jammer genoeg was er geen klik met de eigenaren van de ijssalon en toen kwam ook nog corona.

In mijn achterhoofd dacht ik wel vaker: zal ik verpleegkundige worden? Dit paste toen voor mij precies. Ik kon opnieuw iets leren en tegelijk werken. Een jaar geleden ben ik aan de opleiding in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam begonnen”.

 

Hoe was dat eerste jaar voor jou? 
“We kregen eerst veel medische kennis over hoe het allemaal werkt in het lichaam; ongelooflijk. De stage die daarna volgde, vond ik heel leuk, want je had s morgens om tien uur al zoveel nuttigs gedaan. Soms krijg je direct al een heel levensverhaal te horen; ik herken dat vanuit de horeca, maar hier in het OLVG is het heftiger. 
Ik sta verbaasd wat mensen allemaal kunnen opbrengen, hoe ze vaak door diepe dalen gaan en dat ik hen daar een beetje doorheen kan helpen. Ik wil graag gevoelig blijven en empathisch met mensen omgaan. Soms het taboe doorbreken en zeggen: ‘Wilde u nog iets vragen?’ Mensen ‘leren lezen’ zoals ik dat ook al in de horeca deed”.

 

Je houdt wel van dynamiek!
“Ja, er moet wel wat gebeuren en ik zie mij ook niet mijn hele leven in het OLVG werken. Wat ik later wil met deze opleiding, moet ik nog wat uitvogelen, maar er zijn zoveel mogelijkheden: de Eerste Hulp of in de helikopter of ergens in het buitenland. Er zijn zo veel mogelijkheden. Ik houd inderdaad van wat dynamiek in mijn leven, ofschoon het niet op alle vlakken dynamisch moet worden. Ik heb toch ook rust nodig en een zekere balans. Wel wil ik altijd blijven leren en nieuwe dingen ondernemen. Dat zit in de genen van de familie Heijster”.

 

Marianne Debets