Het woord ‘pelgrim’ betekent vreemdeling. Iemand die is aangewezen op anderen. Het eigen huis verlaten en op weg gaan. Letterlijk op weg gaan. Een pelgrimstocht kan ook symbool staan voor de ‘eigen levensweg’.
Alles wat je op je levensweg tegenkomt, kom je ook tijdens een pelgrimage tegen. Ontmoetingen, gastvrijheid, bedanken of niet bedanken, vergeven... Hoe ga je met dit alles om?
Pelgrimage is vooral onderweg zijn. Elke dag opnieuw. Elke dag onzeker. Zo gaat het in het leven ook.
Camino (levensweg)
Leven is op weg zijn,
bergen beklimmen, waden door rivieren,
bloemen plukken bij maanlicht,
dwalen door eenzaamheden en woestijnen,
een kaars branden tegen de storm,
brood delen en vieren in de nacht.
Leven is pelgrimeren,
een tijdlang werken aan de weg,
een brug bouwen over het water,
rovers en duivels verjagen,
waken en bidden met zieken,
doden begraven bij de kapel.
Maar nooit raken de pelgrims thuis:
‘vreemdelingen’ vestigen niet.
Wanneer zij eindelijk aankomen,
weten ze wat ze vermoedden:
De weg is het doel.
Jan de Jongh